Bundel met vijfentwintig gedichten over de onzekere, vaak onstuimige periode tussen kindertijd en volwassenheid. Een scala aan emoties passeren de revue, vervat in woorden en vorm: soms speels, emotioneel, ingehouden, verdrietig, blij, reikhalzend of gevoelig van toon. Het zijn herkenbare gedichtjes over jezelf leren kennen, je groothouden en jezelf soms niet begrijpen; over spijt, verliefd zijn, boos, stemmingswisselingen, begrip en rust in je hoofd. Geschreven in een eenvoudige, directe stijl, vaak in de ik-vorm. Soms krachtig, kort, met veel werkwoorden, dan weer overdenkend, beschouwend. De teksten zijn variabel in lengte, opbouw en rijmschema. Elk gedichtje is verweven met een abstracte illustratie, waarin kleur, motief en patroon centraal staan. De roze kleur en het bebloemde vrouwengezicht op de cover impliceren dat het boek meer gericht is op tienermeisjes dan op jongens. Vanaf ca. 12 t/m 16 jaar.