In orbit
×
In orbit In orbit
Nederlands
2024
Volwassenen
Speelduur: 5:22
Zes astronauten in de ruimte merken dat ze ondanks de afstand een hele sterke band met de aarde hebben. Zeker als hun het overlijdingsbericht van de moeder van een van de astronauten bereikt.
Daisy-boeknummer 34108
Titel In orbit
Vertaler Kitty Pouwels
Verteller Lode Somers
Taal Nederlands, Engels
Oorspr. taal Engels
Oorspr. titel Orbital
Distributeur Brussel: Luisterpunt, 2024
1 cd
Speelduur 5:22
Oorspr. uitgever De Bezige Bij
Aantekening Vlaamse stem
Stem: Man

De Morgen

Als eenzame pionnen in een baan om de leegte -Boek van de week
Marnix Verplancke - 16 november 2024

Zes astronauten - twee Russen, een Amerikaan, een Japanner, een Britse en een Italiaan - cirkelen gezamenlijk rond de aarde in een ruimtestation dat sterk op het ISS lijkt. Op een hoogte van 250 mijl maken ze dagelijks zestien omwentelingen rond de aarde, met een snelheid van 17.500 mijl per uur.

Gedurende negen maanden leven ze in het H-vormige vehikel, bestaande uit zeventien modules, waar ze dagelijks dezelfde routine doorlopen: zich uit hun hangende slaapzak worstelen, een ontbijt uit een aluminium zakje naar binnen slurpen, twee uur fitnessen om te voelen dat ze aan de zwaartekracht onderhevig zijn, en vervolgens al zwevend hun van hogerhand toegewezen taken uitvoeren. Die opdrachten variëren van proteïnekristallen en hartcellen kweken, nagaan hoe virussen, schimmels en bacteriën gedijen in een afgesloten omgeving als een ruimtestation en hun eigen hersenen scannen op de gevolgen van microgravitatie.

Dicht op elkaar

Hoe brouw je daar een boeiend boek mee, denkt u nu misschien, maar Samantha Harvey slaagde er niet alleen in; afgelopen dinsdag ontving ze er ook de felbegeerde Booker Prize voor. Orbital is dan ook een briljante roman die het leven in een ruimtestation meesterlijk weergeeft: een plaats waar nooit iets gebeurt, waar mensen dicht op elkaar leven en privacy alleen nog in nachtelijke dromen bestaat.

En zelfs daar niet altijd, zoals Pietro ervaart. Aanvankelijk droomt hij erotische dromen over zijn vrouw die in Italië achterbleef, maar na verloop van tijd maakt zij plaats voor Nell, waardoor hij de Britse schone de volgende ochtend nauwelijks durft aan te kijken. Dat zijn seksuele appetijt net zoals die van zijn collega's uiteindelijk verdwijnt, betreurt hij dan ook niet.

Harvey is geen illustere onbekende; met haar eerdere romans sleepte ze al talloze nominaties en prijzen binnen. Ze schrijft zinnen die lopen als een lier en snijden als een scalpel. Wat haar immers echt interesseert, is niet zozeer het leven aan boord van het ruimtestation, maar het innerlijk van haar personages en hun vermogen om stand te houden te midden van anderen, zo ver van de aarde onder, naast of boven hen, dat ze soms het gevoel krijgen allang dood te zijn.

Wanneer de Japanse Chie verneemt dat haar moeder is overleden en vervolgens het voorstel van haar familie afwijst om te wachten met de uitvaart tot haar terugkeer, vormen de zes voor het eerst een hechte groep. Natuurlijk waren ze dat voordien tot op grote hoogte ook al. Na de Russische inval in Oekraïne hebben de Amerikaanse astronauten het bevel gekregen de Russen te weren uit hun leefkwartieren en toiletten en geen maaltijden meer met hen te delen, waarop de Russische overheid hun kosmonauten dezelfde opdracht gaf. Maar daar trekt niemand zich iets van aan. In een ruimtestation vorm je immers een apolitieke gemeenschap, verbonden door wetenschap en techniek - en door het drinken van elkaars tot drinkwater gezuiverde urine, natuurlijk.

Wat Harvey echter het meest van al bezighoudt is de vraag waarom de zes gekozen hebben voor een missie aan boord van het ruimtestation. Die impliceert immers een jarenlange opleiding ver van huis. Van de zes jaar dat Nell haar man kent, is er ze amper twee bij hem geweest. Stel dat je naar Mars zou kunnen, vroeg hij haar ooit, zou je dat dan doen, wetende dat je drie jaar weg zou zijn. Meteen, antwoordde ze, en hij had er alle begrip voor. Meer zelfs, hij wou dat hij eenzelfde passie aan de dag kon leggen.

Voor Anton begon het allemaal met een iconische foto: de afscheidsfoto die Michael Collins maakte toen de maanlander van de Apollo 11-missie opsteeg. Op de foto was niemand te zien, alleen de lege, desolate maan. Daar wilde hij ook naartoe.

Nagasaki

Voor Chie was het iets gelijkaardigs, een foto van haar moeder met op de achterkant 'Moon Landing Day, 1969'. De vrouw keek de lucht in, waar in feite niets te zien was. Had ze er haar dochter mee willen aanmoedigen om niet onder te doen voor die Amerikaanse mannen aan boord van Apollo? Of was het daarentegen een waarschuwing voor de hubris waarmee een dergelijk project gepaard ging, de hubris die ook tot de kennis geleid had om de atoombom te maken die in Nagasaki tot de dood van haar grootmoeder had geleid? Chie koos voor het eerste, al raakt ze er in het ruimtestation meer van overtuigd dat het tweede het geval had kunnen zijn.

De leegte op die foto's - de verlaten maan of de lucht waarin Chie's moeder staarde - daar draait het in feite allemaal om, beseffen de zes astronauten elk op hun eigen manier. Zij zitten daar alleen om de weg te bereiden voor anderen, voor degenen die later misschien naar Mars zullen gaan, of nog verder. Zij zijn data, niet meer dan pionnen in het grote avontuur van de ruimtevaart, de tragische poging om de leegte op te vullen.

De Volkskrant

Recensie In orbit -Liefdesbrief aan de planeet
Hans Bouman - 11 januari 2025

Een boek dat zich vrijwel geheel afspeelt in een ruimteschip, maar geen sciencefiction kan worden genoemd: dat is In orbit (Orbital), waarvoor Samantha Harvey onlangs werd bekroond met de Booker Prize. In orbit beschrijft de gebeurtenissen aan boord van het internationale ruimtestation ISS gedurende één etmaal. In die 24 uur draait het ruimtestation zestien maal rond de aarde, zodat de bemanning zestien zonsopgangen en zonsondergangen meemaakt.

Die bemanning bestaat uit twee Russische kosmonauten, Roman en Anton, en de astronauten Shaun (VS), Nell (UK), Chie (Japan) en Pietro (Italië). We krijgen over hen niet veel achtergrondinformatie, zelfs niet hun achternamen. Shaun is belijdend christen en draagt een ketting met een kruisje. Anton slaapt slecht, maakt zich zorgen over een knobbeltje in zijn nek en mijmert over zijn mislukte huwelijk. Chie heeft enkele dagen geleden te horen gekregen dat haar moeder is overleden, maar zal uiteraard niet in de gelegenheid zijn de uitvaart bij te wonen.

Veel meer dan personages van vlees en bloed zijn de zes bemanningsleden bronnen van bespiegelingen over de aarde, de mensen, de kosmos. Tot de schaarse pogingen die Harvey onderneemt om haar verhaal een heel klein beetje plot te geven, behoort de 'supertyfoon' die op het zuidelijk halfrond ontstaat en die zich naar de Filipijnen begeeft.

Van de vluchtleiding op aarde heeft de bemanning opdracht gekregen de tyfoon zo goed mogelijk te volgen, informatie te verzamelen en foto's te maken. Een van de bemanningsleden, Pietro, heeft een persoonlijke band met de Filipijnen. Tijdens een duikvakantie aldaar ontmoette hij een visser die zijn vislijnsnijder in het water had laten vallen. Pietro dook het mes voor hem op en werd vervolgens uitgenodigd bij de visser en zijn gezin thuis. Tegen het einde van de roman, in een van de weinige scènes die zich niet in het ruimtestation afspelen, verschuift het perspectief naar de Filipijnen en lezen we over de gevolgen van de tyfoon.Voor de zes bemanningsleden begint elke dag met twee uur training, noodzakelijk om de spieratrofie tegen te gaan die in een zwaartekrachtloze omgeving op de loer ligt. 'Zonder al dat zweten, gewichtheffen en opdrukken zou ze de kokende hitte en de smak van haar terugkeer slechts overleven om uit haar capsule te worden gehaald en ineen te zijgen als een papieren kraanvogel', bedenkt Chie op haar trainingsfiets.

Na de training wijden de zes zich aan uiteenlopende onderzoeken. Ze kweken zandraketplantjes, hartcellen, microben, kool, dwergtarwe, testen de invloed van de microzwaartekracht aan boord op hun eigen zenuwstelsel en doen experimenten met muizen. Maar vooral wijden ze zich, geïnspireerd door het voortdurend veranderende aardlandschap en de zwarte ruimte om hen heen, aan bespiegelingen. Over de schoonheid van de aarde, de kwetsbaarheid van zowel de planeet als henzelf, in hun nietige ruimtestation, waar slechts 10 centimeter titanium hen scheidt van de dood.

Ze filosoferen over de zichtbare en onzichtbare sporen van menselijk ingrijpen op aarde, over het feit dat de mens eigenlijk alleen zichtbaar is tijdens de nachten, als zijn aanwezigheid blijkt uit de vele verlichte steden, en soms ook via de lichten van vissersbootjes op zee. En ze filosoferen over hun eigen onbeduidendheid. Eerder op de dag is voor het eerst sinds decennia een raket naar de maan vertrokken. Het langzaam aftakelende, meer dan twintig jaar oude ISS is 'oud nieuws' geworden.

Harvey heeft zich uitstekend gedocumenteerd voor deze roman en maakt het wonderlijke leven aan boord van het ISS voelbaar. We lezen over de complicaties van eten en naar de wc gaan in een wereld zonder zwaartekracht, over het slapen in rondzwevende slaapzakken, over de ventilatiefilters waarin zich kleinvuil en kruimels verzamelen, over de dreiging van ruimtepuin waarmee het ruimtestation dagelijks wordt 'behageld, beschoten en gebutst', over de urine die telkens weer wordt gerecycled tot drinkwater.

Maar hoezeer alle details ook bijdragen aan de overtuigingskracht van deze roman, ze zijn vooral belangrijk als aanknopingspunten voor beschouwingen over de mens en zijn omgeving. De geheel verlichte grens tussen India en Pakistan biedt, naast een fascinerend visueel spektakel vanuit de ruimte, een ontnuchterende boodschap over hoe de mensheid in elkaar steekt. Hoewel ze al vele duizenden malen om de aarde hebben gedraaid (ze blijven gemiddeld negen maanden aan boord) blijven de bemanningsleden onder de indruk van de schoonheid van de planeet.

Tegelijkertijd zijn zij, meer dan wie ook, in de gelegenheid te zien wat de mens heeft aangericht, bijvoorbeeld in het Amazonegebied, 'verschroeid en ruw geschaafd door brand'. Misschien bevindt de mensheid zich aan het eind van het 'alles-mag-kapot-puberstadium van zelfbeschadiging en nihilisme', mijmert Anton hoopvol.

Er wordt in In orbit ook gefilosofeerd over kijken en waarnemen zelf. Anton herinnert zich de befaamde foto, gemaakt door Michael Collins aan boord van de commandomodule van de Apollo 11, in 1969. Op die foto is de maanlander te zien die het maanoppervlak verlaat, met op de achtergrond de aarde. Staat op die foto niet eigenlijk de totale aardbevolking, behalve Collins zelf? Of is juist Collins de enige menselijke aanwezigheid op die foto?

Een vergelijkbare bespiegeling betreft het schilderij Las Meninas van de Spaanse schilder Velázquez. Wat is hier precies op te zien? Wat is het onderwerp? Hoe zit het met het perspectief?

In orbit is een liefdesbrief aan onze planeet, zoals de Booker-jury schreef in haar juryrapport. Het is eveneens een bespiegeling over kijken en interpreteren. En misschien is het bovenal een uitdagend, fascinerend, soms ontluisterend maar bij vlagen ook bemoedigend boek over de mens.

Fictie

Samantha Harvey

In orbit

Uit het Engels vertaald door Kitty Pouwels. De Bezige Bij; 176 pagina's; € 22,99.

Behalve romans schrijft Samantha Harvey ook essays over literatuur voor onder andere The Guardian.

Humo

Is de Booker Prize-winnaar hoogmoedig?
(jm) - 24 december 2024

****1/2

Twee Russen, een Japanse, een Britse, een Italiaan en een Amerikaan zweven een internationaal ruimtestation binnen en komen tot de vaststelling dat dat niet het begin is van een mop, maar van een Booker Prize-winnende roman. Ik heb het over Roman, Anton, Chie, Nell, Pietro en Shaun, de personages die in 'In orbit' door Samantha Harvey van de zwaartekracht worden verlost. De zes astronauten hebben zich losgeknoopt van de plaats die hun enige mogelijke thuis is - de blauwe bol - en zijn nu de vrijwillige gijzelaars van het onmetelijke zwart. Ze vliegen met ruim 27.000 kilometer per uur in een baan rond de aarde, en zien zo elke dag zestien zonsopgangen en evenveel -ondergangen. 'In orbit' is de weelderige impressie van 24 uur uit die onderneming, waarbij de zes zich moeten verhouden tot 'de simpele eeuwigheden van het heelal'.

De plot is grotendeels zoekgemaakt: Harvey trakteert niet op raketten met een eigen willetje of buitenaardse wezens die naar huis wensen te telefoneren. De astronauten leven in het ruimtestation volgens een rigoureus ritme, een nine-to-five vierhonderd kilometer boven het eigen bed. Ze verzamelen data, zetten experimenten op, onderhouden de capsules. Ze maken ruimtewandelingen. Ze sporten, elke ochtend, want ze moeten het hun lichamen toefluisteren: er komt ooit weer een leven mét zwaartekracht.

De moeder van één van de astronauten sterft, en vanuit het ruimtestation zien de zes hoe een tyfoon zich klaarmaakt voor het briesen: dat is wat er gebeurt, iets micro en iets macro, maar het is niet wat van deze roman zo'n indringende, je gedachten opschuimende leeservaring maakt. Nee, het is Harvey, het is haar taal, het zijn haar beschrijvingen van wat de astronauten zíén: de planeet en het onverschillige zwart. En het is de manier waarop ze grote, existentiële gedachten door de hoofden van haar astronauten laat tuimelen.

Hun eerste vaststelling: in een baan rond de aarde verkruimelt de tijd. Het lineaire tellen van ochtend naar avond, van dag naar week naar maand naar jaar, is de ruimtereizigers afgenomen: de vierentwintiguursklok is de boei waarmee ze blijven drijven, maar die correspondeert niet met wat ze zien.

Zo'n ruimtereis heet een heikele onderneming te zijn, ís dat vanzelfsprekend ook, maar Harvey onderzoekt vooral de veiligheid die de baan rond de aarde de astronauten biedt. Die bevreemdende reis, dat tollen en tollen en tollen, beschermt tegen de werkelijkheid. 'Je volgt deze prachtige omloopbaan en terwijl je die baan volgt, ben je schokbestendig en kan jou niets gebeuren.' De lijntjes met de aarde, met hun levens en hun familie daar, zijn niet doorgeknipt, er is communicatie, maar iets wezenlijks kan er niet gezegd worden: 'De kleine dingen zijn te triviaal en de rest is te verbijsterend.' De zes zijn op elkaar aangewezen in een overzichtelijk, beheersbaar universum: de mensheid is teruggebracht tot enkele soortgenoten, het risico tot enkele gevaren. Niets is non-descript. Dit is een dúídelijk even.

Een pinkje groot

De zes onderzoeken ook hun motieven om astronaut te worden. 'Hij kan nooit goed zeggen of de ruimtelust van de mens nou nieuwsgierigheid is of ondankbaarheid is. Of dit bizarre brandende verlangen hem tot een held maakt of tot een idioot.' Is het hoogmoedig om de bus naar de dampkring te nemen?

Wetenschappelijke vooruitgang verbrijzelt het ego: die gedachte houdt 'In orbit' aan de praat. Want hoe verder de mens zich in het uitspansel waagt, hoe kleiner en nietiger hij wordt. Hoe toevalliger. De astronauten zijn bevoorrechte getuigen van de onbenulligheid, vanuit hun front row seats krijgen ze te zien dat de mens slechts een pinkje groot is, maar tegelijkertijd worden ze ook opgehitst door de majestueuze, monumentale schoonheid van de aardbol, dat kleine iets in het grote niets. Harvey schiet lucide beschrijvingen van de aarde - 'geen pover stuk steen' - de lucht in: 'In orbit' is een atlas waarin de ongrijpbare schoonheid van water en bergketen en zand wordt geklasseerd, van dag en nacht, van licht en stilte. Harvey bezingt het verrukkelijke raadsel, 'In orbit' is een waterpijp met een smaakje, een roman van liefde en hoop, maar zonder dat je ook maar een tel het gevoel krijgt dat je de verzamelde tweets aan het lezen bent van een groene politicus bij wie de wolligheid op de tong schimmelt.

Twee Russen, een Japanse, een Britse, een Italiaan en een Amerikaan zweven een internationaal ruimtestation binnen en bestellen een ode aan de onwetendheid, aan de onoplosbare rebus van het menselijk bestaan, aan het lekkere ding dat aarde heet. 

Knack

Nachtgewelf
Roderik Six - 18 december 2024

In orbit, de roman waarmee Samantha Harvey de Booker Prize won, is een puik geschreven ticket richting de sterren.

Op 28 januari 1986 ontplofte het ruimteveer Challenger voor de ogen van de hele wereld. Door een defecte O-ring lekte er brandstof uit de rechterstuwraket en 73 seconden na de lancering, vlak na de eerste succesvolle rolbeweging, spatte het hele gevaarte in een vuurbol uiteen. Miljarden dollars en zeven mensenlevens gingen in rook op. Onder hen de mediagenieke leerkracht Christa McAuliffe – zij zou kinderen vanuit de ruimte les geven over het heelal en veel scholen zonden de noodlottige lancering dan ook rechtstreeks uit. Nu nog kun je YouTube-filmpjes bekijken van klaslokalen vol enthousiaste leerlingen die met toeters en feesthoedjes ontzet naar een televisiescherm staren.

De ramp temperde het Amerikaanse optimisme in de ruimtevaart, zij het slechts tijdelijk, want tegenwoordig droomt elke techmiljardair opnieuw van een ruimtereis. Elon Musk heeft zijn megalomane vizier zelfs op Mars gericht, een vrijwel onbereikbare en zeer vijandige planeet. De mensheid heeft aan hoogmoedige dromen geen gebrek.Dat is ook de teneur van In orbit, de korte roman van Samantha Harvey die begin november bekroond werd met de Booker Prize. Harvey volgt een team astronauten dat in een internationaal ruimtestation meteorologische gegevens verzamelt en wetenschappelijke experimenten uitvoert. Minutieus beschrijft ze hun dagen en gedachten. De astronauten zweven volgens een ijzeren discipline rond in nauwe ruimtes, nemen foto’s van een tyfoon die almaar aan kracht wint en onderwerpen muizen aan allerlei testen. Allemaal dromen ze van thuis, van de kwetsbare aarde waar ze nu in duizelingwekkende vaart omheen cirkelen. Vanuit de ruimte ziet het er allemaal zo fragiel uit, vanuit de ruimte zijn er geen landsgrenzen te bespeuren, vanuit de ruimte lijken de aardse besognes zo banaal. Behalve de zorgwekkende tyfoon en die ene haarfijne barst in een van de capsules hebben de astronauten weinig te rapporteren. Saai mag je het niet noemen, maar toch, ontsnapt aan de zwaartekracht leidt de mens een engelenbestaan. Het is net die etherische blik die In orbit zo boeiend maakt. Wie zich aan spannende ruimteavonturen verwacht in de stijl van Interstellar, laat In orbit beter links liggen. Harvey focust op de kleine poëtische momenten en uitgebreide natuurbeschrijvingen en bekommert zich amper om een plot. Wel zijn er wat zijsporen met een maanlanding en een verdachte vleesknobbel – verhaallijntjes die losjes in de sterrennevel blijven zweven. In ruil krijg je zinnen van kristal. Mochten we ooit een nieuwe Voyager lanceren, dan zouden Harvey’s alinea’s zeker op de gouden grammofoonplaat geëtst worden. Wie nog een hoopvol geschenk zoekt voor de donkere kerstdagen, weet dus wat gedaan: In orbit is het perfecte taalticket richting hogere sferen. 

NBD Biblion

Bookarang (AI samenvatting)
Een originele scifi-roman over verbondenheid, ruimtevaart en het menselijk bestaan. Zes astronauten verzamelen in een internationaal ruimtestation meteorologische gegevens verzamelen en voeren wetenschappelijke experimenten uit. Hoewel ze van de wereld afgescheiden zijn, kunnen ze toch niet ontsnappen aan de aantrekkingskracht van de aarde. Het nieuws van het overlijden van de moeder van een van hen roept gedachten op over hun terugkeer naar huis. Als ze een tyfoon zien vormen boven de mensen van wie ze houden, worden ze vervuld met ontzag en angst. De kwetsbaarheid van het menselijk leven wordt een centraal thema in hun gesprekken, angsten en dromen. Ondanks hun fysieke afstand voelen ze zich meer dan ooit verbonden met de aarde. In poëtische en invoelende stijl geschreven. Met zwart-witkaart. Geschikt voor een brede tot literaire lezersgroep. Samantha Harvey (Kent, 1975) is een Britse schrijver. Ze schreef meerdere boeken. ‘In orbit’ werd bekroond met de prestigieuze Booker Prize 2024.