Boer Boris gaat naar zee
Details
[28] p. : ill.
Besprekingen
Leeswelp
Zo samengevat lijkt dit een verhaaltje zoals er dertien in een dozijn gaan, maar zowel de prenten van Philip Hopman als de berijmde tekst van Ted van Lieshout tillen het boek daar ver bovenuit. De kleurrijke prenten stralen een rommelige gezelligheid en vrolijkheid uit die niet stuk te krijgen zijn. Op één moment neemt de tekenaar het verhaal over en blijft de tekst weg: vanuit het perspectief van de vissen zie je de onderkant van de dieren in het water. Op zichzelf is dit al een grappig gezicht, maar Hopman versterkt de humor nog met extra grapjes, zoals een vogel met duikbril en snorkel of een muisje in zwembroek en -vliezen. Dat Hopman ook treffend gevoelens kan neerzetten, blijkt uit de prent van Boris bij zijn zandkasteel: zowel het kindperspectief als de houding en mimiek van Boris drukken een en al trots uit. De slotprent in nachtelijk blauw met één lichtje in de boerderij roept herkenbaar het verlangen naar huis op dat Ted van Lieshout opwekt in zijn versregels: ‘O, als het huis er nog maar staat, denkt Boris, en de stal! / Maar als hij in de buurt komt dan ziet Boris Boer het al. / Daar schijnt een heel klein lichtje in het midden van de nacht: / de boerderij heeft al die tijd op Boris Boer gewacht.’
Ook elders slaagt Van Lieshout erin om zowel gevoelens als gebeurtenissen raak te verwoorden in heldere, ritmische en klankrijke zinnen. Daarbij werkt hij veel met herhalingen, vragen en uitroepen: ‘Boer Boris heeft vakantie. Boer Boris gaat naar zee. / De deur is al op slot gedaan. Is Boris klaar? O nee! / Zijn zwembroek is niet ingepakt, zijn trommeltje met eten. / Gelukkig denkt hij daar nog aan. Hij was het haast vergeten.’ Bovendien bouwt de dichter een bijzondere spanning op door een tweede stem in te lassen die Boris telkens weer waarschuwt: ‘O nee, Boer Boris, nee nee nee, zo wordt het veel te veel!’ Je raakt er steeds meer van overtuigd dat het reisje slecht zal aflopen, en als dat uiteindelijk niet het geval blijkt, is de opluchting des te groter.
Opluchting, enthousiasme, lef, zorgzaamheid, trots, heimwee … Zoveel gevoelens in een boek dat ook nog eens zingt en straalt: je zou voor minder naar de boekhandel rennen.
[Jan Van Coillie]
NBD Biblion
Pluizer
Boer Boris, vreemd genoeg een ukkie van een jaar of acht, maakt zich klaar om op vakantie te vertrekken naar zee. Hij pakt daarvoor niet alleen zijn koffertje, maar ook de tractor, de koeien, de kippen, de meubels, de varkens, het schaapje, het paard, z’n broertje en zusje mee. Dit bonte gezelschap gaat in de file op weg naar Zandvoort. Daar aangekomen duiken alle dieren de zee in, terwijl boer Boris urenlang werkt aan een zandkasteel, dat een getrouwe kopie blijkt van zijn boerderij thuis. Het verhaal is alleraardigst, en het werd in een leuke voorleestekst op rijm gegoten, waarbij in de eerste helft elke pagina steevast begint met Boer Boris heeft vakantie. Boer Boris gaat naar zee.” Jammer alleen dat het ritme niet altijd lekker loopt. De illustraties zijn ronduit geweldig: de boerenknol met een zwemband als juk, de hele zwik op de tractor met aanhangwagen, en vooral alle dieren van onderuit gezien in de zee. Wat kleuters ongetwijfeld ontgaat, maar de voorlezende ouder dan weer niet, is de verknochtheid van Boer Boris aan zijn boerderij. Zijn zandkasteel wijst daarop, maar ook de zin: “De vakantie is voorbij en iedereen is blij.” En de boerderij zelf, die hem verwelkomt bij thuiskomst. Het verhaal, de illustraties, de onderliggende gedachte, ik kan me niet van de indruk ontdoen dat auteur en/of illustrator sterk geïnspireerd zijn geweest door één van de pareltjes onder de prentenboeken 'De vakantie van boer Bram'.